U bent hier
Veiligheidssamenwerking na Brexit
Onze veiligheid garanderen, dat moeten we in de eerste plaats zelf doen. Guy Verhofstadt lijkt de denken dat we die taak zomaar kunnen doorschuiven na de Britten, en dit ook na de Brexit. Meer nog, dat de Britten zelfs zullen betalen voor het verzekeren van onze veiligheid.
En neen, natuurlijk moeten we niet alles op een gouden dienblaadje geven aan de vertrekkende Britten, maar laat ons toch ook realistisch blijven. De Brexit zal een correcte win-win moeten zijn voor het Europese continent én voor de Britten, of anders zullen we allebei verliezen.
We zouden dus moeten toejuichen dat de Britten hun rug niet volledig naar het continent willen keren, maar zij bereid zijn om met ons te blijven samenwerken bijvoorbeeld op het vlak van onze veiligheid en de bescherming van de Europese grenzen rond de Middellandse zee. We kunnen de expertise van de Britse militaire grootmacht sterk gebruiken om de veiligheid van onze burgers verder te verhogen.
Eens te meer blijkt namelijk dat Europa jarenlang te weinig heeft geïnvesteerd in veiligheid en defensie. Dat zagen we in het debat rond de verklaringen van Amerikaans president Trump, rond het Turkije-verhaal en nu ook met de Brexit. Ik hoop dat al wie vandaag klaagt over de zogenaamde Britse chantage rond veiligheidssamenwerking, morgen eindelijk samen met de N-VA op de eerste rij zal staan om extra investeringen in onze veiligheid en onze defensie te steunen. In deze onzekere tijden van terreur kunnen we de factuur voor onze veiligheid niet blijven doorschuiven, ook niet naar de Britten.
Een ingekorte versie van dit bericht werd ook gepubliceerd op DeMorgen.be: http://www.demorgen.be/buitenland/eu-aan-may-chanteer-ons-niet-bd0d3ef6/