3 Vragen: Nieuw wapen tegen terreur vertoont zwakke plekken

Door Sander Loones op 15 april 2016, over deze onderwerpen: Europees beleid, Veiligheid

Gepubliceerd in De Standaard  - 15 april 2016 – Auteur: Bart Beirlant

Luchtvaartmaatschappijen zullen binnen maximaal twee jaar verplicht worden een hele rist passagiersgegevens te delen met de politiediensten van de 28 EUlanden. Een krachtig wapen voor de enen, niet efficiënt volgens anderen. Het Europees Parlement keurde het zogenaamde Passenger Name Recordsysteem (PNR) goed met 461 stemmen tegen 179.

1.Is dit instrument nuttig tegen terreur?

‘Dit is een krachtig wapen in de strijd tegen terrorisme’, zegt Ivo Belet (CD&V). ‘Door de uitwisseling tussen de lidstaten kunnen deze data getoetst worden aan lijsten met terreurverdachten, radicaliserende personen of misdadigers.’ Volgens Sander Loones (NVA) zal PNR efficiënt zijn in de strijd tegen terugkerende Syriëstrijders: ‘PNR brengt hun gedragsen reispatronen in kaart en levert een schat aan informatie op voor de nationale veiligheidsdiensten.’ Toch is niemand zo naïef om te zeggen dat dit een ‘wonderoplossing’ is. ‘Een cruciaal instrument’, noemt Europees commissaris Dimitris Avramopoulos het.

2.Waarom bleef de goedkeuring zo lang uit?

Het PNR dossier sleepte liefst vijf jaar aan. Belet en Loones hekelden de ‘politieke spelletjes’ van de sociaaldemocratische fractie en sommige liberalen zoals de Nederlandse Sophie in ’t Veld. Zij wilden PNR pas goedkeuren als er ook nieuwe regels kwamen die garanderen dat persoonlijke gegevens op het internet afdoende beveiligd worden. De twee richtlijnen werden gisteren samen goedgekeurd. ‘Voor ons was het noodzakelijk dat de goedkeuring van de PNR richtlijn gekoppeld werd aan een pakket dat degelijke bescherming biedt voor de privacy’, zei Kathleen Van Brempt (SP.A). Volgens Belet en Loones sloeg dit nergens op omdat in het PNRakkoord voldoende garanties zijn ingebouwd om misbruik van passagiersgegevens uit te sluiten. De data worden vijf jaar bijgehouden, maar na zes maanden worden ze anoniem gemaakt. Informatie over ras, religie of seksuele geaardheid valt niet onder het systeem.

3.Waar zitten de zwakke plekken?

Het PNRsysteem wordt alleen verplicht voor vluchten van en naar de EU, maar niet voor intraEuropese vluchten. Daarover mogen de lidstaten zelf beslissen. Er komt niet één centraal Europees systeem, maar ‘28 aparte PNR systeempjes’, zoals Van Brempt het noemt. Bovendien zijn de lidstaten niet verplicht om automatisch gegevens uit te wisselen. ‘Dat betekent dat er geen echte Europese aanpak komt’, zegt Philippe De Backer (Open VLD). ‘Bij de jongste aanslagen is duidelijk geworden dat de uitwisseling van informatie niet vlot verloopt.’ Hij spreekt daarom van een ‘kleine, maar noodzakelijke stap’. Voor Bart Staes (Groen) was dit voldoende om als enig Vlaams Europarlementslid tegen te stemmen. ‘Na de aanslagen in Brussel bleek dat de Europese inlichtingendiensten faalden omdat ze informatie niet uitwisselen. Als reactie voor elk land een aparte database opzetten, is volstrekt absurd.’ Staes spreekt van een ‘peperdure schijnoplossing in de strijd tegen criminaliteit en terrorisme’. Het PNR systeem kost ongeveer 50 miljoen euro. ‘Traditionele partijen bepleiten vaak dat privacy belangrijk is. Maar in deze tijden van aanslagen keuren ze toch uiterst ingrijpende wetgeving goed. Mocht die enig nut hebben, dan kun je nog een afweging maken, maar PNR is niet effectief.’ Hij houdt er ook rekening mee dat het Europees Hof van Justitie de richtlijn naar de prullenmand zal verwijzen.

 

 

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is