U bent hier
Wanneer politici zich investeringsgoeroes wanen

Op 20 april 2015 stemde het Europees Parlement over het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI), ook wel het 'Junckerfonds' genoemd. Dat wil zorgen voor ruim driehonderd miljard euro investeringen in onderzoek en innovatie, infrastructuur en kmo’s. Helaas lijken de politici van de traditionele fracties zelf voor investeerder te willen spelen. Die politisering van het EFSI moet stoppen, of het wordt een doodgeboren kind.
Huidig Europees Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker lanceerde het idee voor de oprichting van een groot Europees investeringsfonds in zijn campagne voor het voorzitterschap van de Commissie. De naam van het project zaait in elk geval verwarring, want in feite is het Fonds geen fonds. De Europese Commissie geeft via het EFSI een waarborg aan de Europese Investeringsbank (EIB), waardoor die projecten kan steunen die normaal niet voor financiering in aanmerking komen. Dat zijn vaak projecten met een iets grotere risicofactor. Het EFSI levert dus geen enorme zak geld, maar wel een waarborg om risico's deels af te dekken.
Om die waarborg af te dekken, is Europees kapitaal nodig. Ongeveer zestien miljard. Het Europees Parlement wil de Commissie vandaag duidelijk maken dat het niet akkoord gaat met de geplande herkomst van die middelen. De Commissie wil immers het geld halen bij twee succesvolle Europese investeringsprogramma’s: Horizon2020 (voor onder meer fundamenteel wetenschappelijk onderzoek) en CEF (voor grensoverschrijdende mobiliteitsinfrastructuur). Juncker speelt het spel echter hooghartig en dreigt bij een gebrek aan parlementaire steun het hele EFSI-project in te trekken.
Ook de N-VA wil Horizon2020 en CEF resoluut vrijwaren. Deze programma's zijn vandaag immers erg belangrijk voor lopende investeringen in Vlaanderen. Er valt elders in het Europese budget voldoende te besparen om de rekening te betalen. Vorige week nog werd duidelijk dat de Commissie in 2014 zo'n 21 miljard van het voorziene EU-budget niet heeft benut. De Commissie kan dus zelfs het EFSI financieren zonder het EU-budget te verhogen.
Wafelijzerpolitiek of efficiënt investeringsbeleid?
Met het EFSI wil Europa private investeerders aanzetten om meer projecten te financieren. Net daarom is een onafhankelijke selectie van de EFSI-projecten cruciaal. Politisering zou private investeerders afschrikken. In het parlement blijf ik, als schaduwrapporteur voor de ECR-fractie, op die nagel hameren. De traditionele fracties willen echter hun politieke invloed op de investeringsbeslissingen zoveel mogelijk behouden en volgen niet.
Willen we dat de media binnen enkele jaren opnieuw reportages maken over luchthavens zonder vliegtuigen of treinen zonder passagiers, gefinancierd met belastinggeld? Heeft de EU geen lessen uit het verleden getrokken? Zeker met een project als het EFSI, waarbij de selectie van de investeringen zal gebeuren zonder marktwerking, is het risico op verspilling reëel. Dat risico neemt enkel toe wanneer politici zich investeringsgoeroes wanen.
En dus moet de beheersstructuur van het EFSI sterk vereenvoudigd worden zodat elke zweem van politisering verdwijnt. Experten moeten in een bijzonder investeringscomité volledig onafhankelijk kunnen beslissen welke projecten EFSI-steun verdienen. Zij moeten zich daarbij laten leiden door de vraag welke investeringen de grootste kans bieden op echte economische groei. En zij mogen zich daarbij niet laten afleiden door politieke dada's of door vragen om bepaalde lidstaten zomaar te bevoordelen.
De bougie, niet de motor
Juncker ziet zich als de redder van de Europese economie en verwacht dat 'zijn' EFSI als game changer de investeringskloof zal dichten. Die onrealistische verwachtingen mag hij gerust wat bijstellen. Als de selectie van investeringsprojecten correct gebeurt, zijn extra investeringen mogelijk en is het plan een bougie die de groei snel op gang kan helpen brengen. Volgens een schatting van de Europese Commissie kan het EFSI 1,3 miljoen banen creëren. Dat zou een schitterend resultaat zijn, maar de EU telt bijna 25 miljoen werklozen.
De economische motor zal niet aanslaan en blijven draaien door er miljarden tegenaan te gooien. De duurzame oplossing om op middellange termijn opnieuw private investeringen aan te trekken en Europa wederom aan het werk te krijgen, kan niet met lapmiddeltjes worden bereikt. Structurele hervormingen en een afbouw van tekorten en schulden blijven meer dan ooit cruciaal. Zonder een dergelijk beleid zullen de EFSI-investeringen een druppel op een hete plaat blijken.
Om de druk hoog te houden en lidstaten aan te zetten om te hervormen, moet het EFSI een aflopend verhaal zijn. Een uitzonderlijke maatregel voor uitzonderlijke omstandigheden. Helaas wil de meerderheid in het Parlement van dat EFSI een permanent vehikel maken. Gaan zij er echt vanuit dat investeringen in Europa enkel mogelijk zijn wanneer de belastingbetaler er garant voor staat?
Het investeringsfonds moet tegen de zomer operationeel zijn. Na de stemming van vandaag volgen de onderhandelingen tussen het Parlement en de Raad van Ministers. De Raad heeft haar huiswerk al eerder gemaakt en toonde daarbij meer gezond verstand dan het Parlement. Politici horen de algemene spelregels te bepalen, maar onafhankelijke experten moeten de concrete investeringsbeslissingen nemen. Belastinggeld verdient op de beste manier te worden besteed.