U bent hier
Vader en zoon Loones: Gemeentepolitiek versus het partijapparaat
Een dubbelinterview met vader Jan en zoon Sander Loones
Vader en zoon Loones, twee generaties Vlaams-nationalistische politiek. Tussen gelijkenis en verschil.
Vader Jan (66) zetelt al meer dan 30 jaar in de Koksijdse gemeenteraad, was 20 jaar parlementslid en 21 jaar eerste schepen (1994 tot 2015). Hij is de zoon van Honoré Loones en Rosette Dewitte, opmerkelijk genoeg waren zij allebei burgemeester van Oostduinkerke (de naweeën van de oorlog, weet u wel), toen nog een zelfstandige gemeente, sinds 1977 een deelgemeente van Koksijde.
Ook zoon Sander (37) kan burgemeester worden, hij zal in 2018 de Koksijde N-VA-lijst trekken. Toen N-VA-voorzitter Bart De Wever hem twee jaar geleden naar voor schoof als zijn ideale opvolger (ondertussen staat er iemand anders vooraan in de rij), gaf BDW hem een megafoon. Er wordt geluisterd als hij iets zegt. Niet alleen binnen de partij, waar hij sinds eind 2014 ondervoorzitter is, maar ook in de media. Dat komt goed uit, want als Europees parlementslid formuleert hij de EU-kritiek. ‘Wij hebben inderdaad ferme commentaar op deze Europese Unie. Onze grootste handicap op Europees vlak is echter dat we geen echte staatsmannen hebben’, zegt Sander Loones. ‘Wij hebben geen oud-ministers of -eurocommissarissen die standaard door de media worden opgevoerd. Maar we vinden onze weg door de persmuur wel, en er is ook altijd nog Bart De Wever himself. Bart beseft al langer dat vele internationale debatten, zeer nationale debatten zijn.’
‘Zelf zou ik iedere dag kunnen schieten op Guy Verhofstadt en daarmee telkens in de krant kunnen staan met onze Europa-kritiek. Alleen wil ik dat niet doen, want dat is politiek op zijn Kristof Calvo’s, die daarmee nog altijd niet door lijkt te hebben dat hij ons zo meer aandacht geeft dan zichzelf. De voornaamste reden is echter dat ik liever mijn eigen verhaal vertel. Wij staan voor het nieuwe Europa. Laat mij daar maar over communiceren, in plaats van over anderen.’
In 2014 onderhandelde Sander Loones met N-VA ook mee op Vlaams en federaal niveau, en als ondervoorzitter volgt hij de Europese, nationale en regionale actualiteit. Hij zit in de metaforische cockpit van de politiek. Vader Jan is naar eigen zeggen dan weer geen partijman: ‘Ik kom vanuit de gemeentepolitiek en ben een Vlaams-nationalist, maar ik heb een zeker wantrouwen tegenover partijpolitiek.’
Doorbraak: Maar uw zoon is ondervoorzitter van N-VA.
Jan Loones: ‘Hij heeft een liefde voor de partij en ik tracht hem daar een beetje voor te behoeden. Vroeg of laat raak je ontgoocheld, dat kan niet anders. In de gemeentepolitiek ben ik trouwens nooit opgekomen bij de Volksunie, dat was toen ook misschien niet de meest commerciële partijnaam om aan gemeentepolitiek te doen. Bij ons waren enkel de gemeentekleuren van belang. Het zat echt wel diep bij mij. Ik heb daar op Volksuniecongressen nog voorstellen over gedaan: de partijpolitiek moet weg uit gemeenten.’
N-VA volgt nochtans een heel andere politiek.
Sander Loones: ‘Ik denk dat eigenlijk niet. Ik zie onze partij inderdaad graag, maar vooral omdat ik onze militanten graag zie. Toen ik in Leuven afstudeerde was ik er bij toen N-VA daar werd opgericht. Ik heb toen fervent mee geamendeerd op de congresteksten. Joris Vandenbroucke (sp.a-fractieleider in het Vlaams Parlement, red.) was voorafgaand aan die periode nog voorzitter van onze Volksunie-jongerenwerking aan de KU Leuven. Ik vind het nog altijd fijn om zijn pad te kruisen. Dat heb ik gemeen met mijn vader: wij kunnen met iedereen door dezelfde deur. Ook met Bert Anciaux, wiens schoonouders een huisje gekocht hebben naast ons ouderlijk huis. Laat hen maar de Vlaamse reflex in de andere partijen levend houden. Daar winnen we allemaal bij.’
‘In 2010 ben ik trouwens de partij niet terug ingerold door mijn vader die bij de allereerste N-VA-parlementsleden was, maar wel door Theo Francken. Ik ken Theo van in Leuven. Samen met Matthias Diependaele, Sarah Smeyers en Joachim Pohlmann zaten we vaak op café. Nadat ik afstudeerde ben ik advocaat geworden in het vreemdelingenrecht. Daarna ging ik werken op de studiedienst van de Dienst Vreemdelingenzaken, dat is nu de administratie van Theo Francken. Toen N-VA in 2010 de verkiezingen won en de onderhandelingen met de PS zo lang aansleepten, belde ik naar Theo: “Als je expertise nodig hebt over asiel en migratie, geef dan maar een seintje”. Ik zie me nu nog altijd zitten op het terras bij Theo thuis. Hij stelde me toen de vraag: “Wat gaan we splitsen in het migratiebeleid?” Toen was ik ongeveer acht jaar actief in het migratiebeleid en, behalve in mijn eigen hoofd, had ik die vraag nog nooit door iemand anders horen stellen. Toen beslisten we dat we zeker arbeids- en studentenmigratie wilden splitsen. Dat is in de menu van die zesde staatshervorming geraakt en is erin blijven staan ook nadat ze ons eruit gegooid hebben. Dat maakt dat Philippe Muyters als Vlaams minister van Werk nu bevoegd is voor arbeidsmigratie.
Ook toen N-VA niet meer mee mocht onderhandelen, kreeg ik van Theo, Sarah en Daphné Dumery de kans om verder achter de schermen mee te werken. Zo kon ik meehelpen om de gezinsherenigingswet aan te scherpen, de snel-Belgwet af te schaffen,… Een fenomenale tijd. Ik ben hen er nog altijd dankbaar voor.’
‘Wat later vroegen ze me om voor de studiedienst te werken. Dat wilde ik wel doen, maar dan vooral als communautaire man. Ik ben een institutionalist, ik ben altijd vooral geïnteresseerd geweest in publiek en administratief recht. Nergens anders kruisen publiek en privaat belang elkaar zo scherp. Migratie is me op de studiedienst wel altijd blijven achtervolgen. Gelet op de actualiteit blijft het je bij. Ondertussen kent Theo het thema veel beter dan ikzelf. Het communautaire is trouwens nog altijd mijn eerste drijfveer om aan politiek te doen. Als er een nieuwe communautaire ronde komt, wil ik erbij zijn. Op dat vlak ben ik meer een Ben Weyts. Van Ben heb ik overigens enorm veel geleerd, vooral toen ik samen met hem ons grote confederalisme-congres in 2014 mocht voorbereiden en aansturen.’
Jan Loones: ‘Sander zat dus in het partijapparaat maar was eigenlijk zelfs huiverig om op te komen bij de verkiezingen, hij heeft zeer lang getwijfeld. Daar heb ik toen wel op aangedrongen. Ik zei: “Doe dat nu, want het is het moment.” Sander Loones pikt in: ‘Ik heb inderdaad altijd geweigerd, tot het voorstel kwam om op de Europese lijst te staan. Als migratie-specialist kende ik het belang van de EU, na de recente asielcrisis ziet iedereen in dat de Europese politiek niet overschat kan worden. Het zijn ongemeen boeiende tijden om in het Europees Parlement actief te mogen zijn.’
Jan Loones: ‘Toen Sander er is ingestapt, ben ik de nationale partijpolitiek ook weer actiever beginnen volgen, met de liefde en affectie van een vader. In het begin was de discussie: is de N-VA eigenlijk een conservatieve partij? Ik sta zelf namelijk eerder aan de andere kant, zoals velen van de Volksunie eigenlijk.’
Het verschil tussen N-VA en Volksunie is toch wel heel groot.
Sander Loones: ‘Wij zijn conservatief, zoals de Britse Tory's dat zijn. Het is een keuze voor compassionate conservatism. Niet tegen verandering, wel met continue oog voor onze gemeenschap. Ons conservatisme is eigenlijk een communalisme. Conservatisme in zijn eigenlijke, echte betekenis dus.’
Jan Loones: ‘Nu is het allemaal uit te leggen, maar in het begin was dat nog niet zo duidelijk.’
Volksunie werd vroeger wel eens een Mexicaans leger genoemd, bij N-VA zijn de lijnen heel strak.
Sander Loones: ‘Zal ik de kroon ontbloten? Ik denk dat dat overschat wordt. Wat je wel ziet: de partij is zeer snel van zeer klein naar zeer groot geëvolueerd en heeft iedereen toegezogen. Ik denk dat de eenvormigheid er nu vooral is omdat iedereen beseft wat er op het spel staat. En dat is niet min. Nooit eerder scoorde het Vlaams-nationalisme zo sterk. En iedereen wil daar het meeste uithalen. Daarnaast is de eenvormigheid er zeker ook omdat N-VA de keuze maakte die de Volksunie niet kon of wilde maken en dat is de keuze voor separatisme. Iedereen weet dat wij gaan voor onafhankelijkheid met confederalisme als zeer belangrijke tussenstap. Al heeft papa liever dat ik spreek over independentisme, dan over separatisme.’ (Jan Loones lacht).
Is confederalisme ook geen evenwichtsoefening om de separatisten tevreden te houden en tegelijk geen mensen af te stoten?
Sander Loones: ‘Weet u, ik nodig iedereen uit om onze confederalismeteksten er nog eens op na te lezen. Dat zit verdomd goed in elkaar. Fiscale autonomie, een gesplitste sociale zekerheid, het aanpakken van de staatsschuld én Brussel. Voor alles hebben we toen een oplossing uitgedacht. Ik zou er alvast onmiddellijk voor tekenen. Confederalisme is bovendien een interessante werkpiste omdat andere partijen zich er al eerder positief over hebben uitgesproken; CD&V en Open Vld, al blijft het goed hen daaraan te herinneren. Zelfs Elio Di Rupo pleitte met de PS in de jaren 80 voor confederalisme.’
Bewijst N-VA nu ook niet dat België werkt?
Sander Loones: ‘Met deze regering wordt België inderdaad beter bestuurd dan met de PS. En daar hebben alle Vlamingen vandaag ook baat bij. Tegelijk ben ik er wel gerust in: de mensen zien heus wel in dat België niet ineens een schitterende instelling is geworden, maar dat het verschil wordt gemaakt door Vlaamse bestuurders die regeren met Vlaamse recepten. Ik heb er bijvoorbeeld alle vertrouwen in dat ze de versterkte veiligheid en het strakkere migratiebeleid associëren met Jan Jambon en Theo Francken en niet zozeer met België. En ze beseffen zeer goed dat zolang de PS en de CDh kunnen terugkeren, zij alle inspanningen opnieuw ongedaan kunnen maken. In plaats van die opiniepeilingen over “moet België splitsen” zou ik graag eens een peiling zien over “vindt u dat de PS het huidige veiligheids- en migratiebeleid moet kunnen terugdraaien”. Enkel wanneer we meer Vlaanderen krijgen, kunnen we de verandering ook echt verankeren. Een domme anekdote: op de eerste werkdag van Jan Jambon als vicepremier zegt hij goeiendag aan het bodepersoneel aan de balie en ze zijn supercontent. Achteraf blijkt waarom: zijn voorgangster Joëlle Milquet heeft die mensen jaren genegeerd. Dat bewijst toch dat er nu een andere cultuur heerst. Mensen zien dat ook wel in.’
In hoeverre zou de verandering in het Waalse politieke landschap een rol kunnen spelen bij de komende federale verkiezingen?
Sander Loones: ‘De partijen in Wallonië lijken allemaal nog te veel op elkaar. Ik denk bijvoorbeeld dat MR rechts is maar met de handrem op. Het volstaat dat ze iets rechtser zijn dan de PS, want op rechts hebben ze toch geen serieuze concurrentie. De opkomst van de PTB maakt het wel interessanter, ook omdat zij de PS meer naar links duwen en het verschil met Vlaanderen zo nog groter wordt’
Jan Loones: ‘Ik denk gewoon dat er in Wallonië een andere volkssfeer is. Een Waalse N-VA zou er niet pakken, nog een bewijs van die twee democratieën. Interessanter is de vraag: wat verstaan de Walen onder België. Want ik hoor hen vaak België verdedigen, maar als je goed luistert, merk je dat zij daarmee eigenlijk vooral Wallonië bedoelen. Zij benoemen Wallonië dus als België.’
Ten slotte, het verschil tussen twee generaties politiek is het kijken naar Europa, toch?
Jan Loones: ‘Vroeger zeiden we: de Volksunie is de eerste Europese partij. Nu zouden we dat niet meer zeggen, maar toen was Europa een beetje heilig. Dat was ook de oplossing voor België: het zou verdampen in Europa. Die sfeer is nu volledig weg, dat komt ook door de uitbreiding van Europa.’
Sander Loones: ‘We zijn nog altijd een Europese partij. De eerste congresteksten van N-VA waren zeer duidelijk: een confederaal Europa. Overigens blijft dat verdampingsverhaal ook nu nog gelden, alleen is er vandaag geen degelijke Europese Unie waarin België zou kunnen verdampen. Ook daarom moeten we orde op zaken zetten in de EU, omdat we daar de schaalvoordelen kunnen laten spelen die België ons nooit zal kunnen bieden. Maar zoals Europa nu bezig is, zie ik vooral veel slecht bestuur.’
Jan Loones: ‘Ons nationalisme zal altijd een internationaal nationalisme zijn. Met open blik op de wereld. Vorige week was ik samen met Sander op de uitvaart van Eric Defoort. Nadien zaten we nog wat na te praten bij een Oostduinkerks Peerdevisscher-biertje. Vlaamse patriotten, zo wilde Eric dat we onszelf noemen. En hij had gelijk. Ik zag het Vlaams patriottisme bij mijn ouders en voelde het bij mezelf. En ik zie het nu ook in Sander. Noem ons maar Europese Vlamingen en Wereldvlamingen.’ (Sander Loones knikt).
Foto (c) Doorbraak
Gepubliceerd op Doorbraak.be Datum: 31 december 2016