U bent hier
Niets bijzonder aan de Bijzondere Commissie Staatshervorming
De paars-groene partijen stemden in Kamer en Senaat de oprichting van een Bijzondere Commissie Staatshervorming. “Ik zie alvast niets bijzonders, integendeel: het is weer een typisch, herkenbaar Belgisch verhaal geworden. Politici die elkaar in de weg lopen, extra postjes creëren en hun tijd niet op de meest nuttige manier besteden. Een gemiste kans, want de institutionele noden zijn groot én dringend”, merkt Kamerlid Sander Loones op.
Typisch Belgisch: de postjes
“De Vivaldisten zijn kampioen in het negeren van de verkiezingsuitslag. Ook nu weer”, merkt fractievoorzitter in de Senaat Karl Vanlouwe op. De normale parlementaire procedure voorziet een evenredige verdeling van de zitjes in een commissie, gebaseerd op de verkiezingsuitslag. “Maar door te werken met hele, halve en een soort gecoöpteerde leden, streeft paars-groen maar één doel na: zoveel mogelijk mandaten voor traditionele politici, zo weinig mogelijk voor Vlaams-nationale parlementsleden. Vanwaar toch die schrik? Durven de traditionele partijen een eerlijk debat niet aan?”
Opvallend is dat vooral de liberale partijen op deze manier extra mandaten binnenhalen én dat de Duitstalige gemeenschap niet serieus wordt genomen. “Dat de liberale focus vooral op de postjes staat, is niet bepaald nieuws. Maar dat de Duitstalige visie volgens Vivaldi slechts een raadgevende en geen beslissende stem waard is in deze commissie Staatshervorming… hoe jammer is dat”, betreurt Loones. “Een België met 4 gewesten bepleiten, maar de Duitstalige gemeenschap mag niet volwaardig meepraten. Vreemd."
Typisch Belgisch: de aanpak
De valse start die Vivaldi neemt bij het toekennen van de commissiezitjes, zou gecompenseerd kunnen worden door de inhoudelijke aanpak precies, scherp en nuttig in te vullen. “Maar ook dat is de Vivaldisten niet gelukt”, vindt Vanlouwe. De oefening van Kamer en Senaat lijkt dubbelop de lopende analyse van het Vlaams Parlement te komen. Bovendien zou de commissie volgens de tekst, enerzijds, ‘niet tot doel hebben om politieke onderhandelingen op te starten’ voor een nieuwe staatsstructuur en de oefening er dus één zijn ‘zonder keuzes te maken.’ Maar, anderzijds moet toch het uitgangspunt zijn ‘welke overheid het meest aangewezen is om een bevoegdheid uit te oefenen.’
“Wat wordt het nu? Oplijsten of kiezen? Analyseren of onderhandelen? Zelfs die keuze krijgt paars-groen niet gemaakt”, stelt ook Loones vast. “Een serieuze oefening begint met het serieus definiëren van de doelstelling. Wanneer de regering zelfs niet weet waar het met deze commissie Staatshervorming naartoe moet, hoe moeten we dan geloven dat ze ooit zullen weten waar ze naartoe willen met dit land? Of willen de traditionele partijen een zoveelste praatbarak creëren misschien?”
Het moet én kan anders
Loones ziet een nuttigere optie voor de federale commissie Staatshervorming: “In plaats van jaloers het Vlaams Parlement achterna te lopen, zouden de federale meerderheidspartijen ook prioritair hun eigen regeerakkoord kunnen uitvoeren.” Dat akkoord voorziet immers niet alleen dat een grondige staatshervorming wordt voorbereid, maar ook dat al deze legislatuur ‘asymmetrisch beleid’ zou worden gevoerd waarbij federale bevoegdheden anders worden toegepast in Vlaanderen dan in Wallonië. “Waarom daarmee niet snel beginnen?"
“In een opiniestuk herinnerde ook Vlaams minister van Werk Hilde Crevits deze week aan die passage in het federale regeerakkoord”, merkt Vanlouwe op. Zij vraagt om het federale arbeidsmarktbeleid nú al direct aan te passen aan de Vlaamse noden. “De Vlaamse CD&V smeekt de federale regering om haar regeerakkoord uit te voeren, zodat Vlaanderen vooruit kan. Asymmetrisch beleid voeren dus. Zouden we daar onze energie en tijd niet beter prioritair insteken? Voor het corona-herstel zullen we alle werkende handen namelijk hard nodig hebben.”