Mario Draghi, dealer in schuld

Door Sander Loones op 7 maart 2016, over deze onderwerpen: Economie, Euro en EMU (Economische Monetaire Unie), Europees beleid, Griekenland, QE (Kwantitatieve Geldverruiming), Financiën
Euro financiën

Als de Europese Centrale Bank later deze week nieuwe maatregelen zal aankondigen om de inflatie omhoog te krijgen, dan moet ze de geldpers niet nog sneller laten draaien. Lagere rente leidt alleen tot zeepbellen en nepgroei, zegt Sander Loones.

Monetaire doping. Dat is wat Mario Draghi de Europese economie toedient. Precies een jaar geleden begon de Europese Centrale Bank (ECB) onder zijn leiding met quantitative easing (QE), bovenop het reeds jaren gevoerde lagerentebeleid. Het resultaat is ernaar: de economische groei valt tegen, de beurskoersen dansen op het instabiele ritme van Draghi’s perscommuniqués, en het geloof in centrale bankiers brokkelt af. Alles ademt onzekerheid. De doelstelling die Draghi had vooropgesteld – meer inflatie – wordt niet gehaald. Toch lijkt hij zijn plannen niet bij te sturen. Integendeel, onder het motto ‘when in trouble, double’ stuurt hij aan op meer monetaire roekeloosheid. Donderdag volgt een nieuwe beslissing van de ECB.

We zitten met een economische crisis omdat er iets schort aan de vraagzijde. Dat is wat we elke dag horen; het dominante denken van steeds dezelfde economen. De redenering is bekend. De consument is onzeker over de toekomst en geeft daarom te weinig uit. Versterkt door hun angst proberen consumenten zelfs – God behoede ons – wat te sparen. Bedrijven zien een gebrek aan vraag en zijn terughoudend om te investeren. Daarom zou de overheid moeten ingrijpen met lage rentes, ultralage rentes, en zelfs QE. Om de consumptie op te krikken, moet de schuldeconomie blijven draaien.

Strooien met helikoptergeld?

De gevolgen worden langzaam maar zeker duidelijk. Spaargeld brengt niets meer op en onze pensioenen zijn in gevaar. De meeste economen, zelfs Draghi zelf en recent ook de gouverneur van de Nationale Bank Jan Smets, ontkennen deze problemen niet, maar beschouwen ze als tijdelijke offers die spaarders moeten brengen op het altaar van het economisch herstel. Om de ziekte aan te pakken, moeten we er wat financiële hoofdpijn bij nemen. Mineure bijwerkingen van het monetaire medicijn.

Die economen dwalen. Deze zogezegde ‘vraaguitval’ is er niet gekomen omdat mensen plots zijn gestopt met geld uitgeven, maar omdat we onze economie jaren hebben gestimuleerd met veel te lage rentes, zowel in de eurozone als in de Verenigde Staten. Is de oplossing van ons schuldenprobleem gelijk aan de oorzaak ervan? Steeds lagere rentes dus? Erg onwaarschijnlijk.

Door constructiefouten in de Economische en Monetaire Unie werden landen als Griekenland, Spanje, Portugal en Ierland vanaf 1990 overspoeld met goedkoop geld. In de VS was het toedienen van goedkoop geld zelfs bewust beleid. Een schuldverslaving is het resultaat. Toen Janet Yellen, voorzitster van de Amerikaanse centrale bank, de schroeven voorzichtig probeerde aan te draaien, schoten de beurzen vorige maand in een kramp. Het is maar de vraag of ze durft door te zetten of toch opnieuw zal kiezen voor een extra rondje stimuli.

Ook Draghi laat zich, tegen de Europese traditie in, inspireren door de Amerikaanse monetaire plannen. Afkicken van onze globale schuldverslaving staat niet op het menu van de centrale bankiers. Integendeel, alles wordt uit de kast gehaald om meer geld en schulden in het economisch systeem te pompen. Alles wordt in gereedheid gebracht voor nog meer QE of erger: het invoeren van negatieve rentes of het strooien met zogenaamd helikoptergeld. Ook Bart Sturtewagen toonde zich voorstander van zulke radicalere oplossingen (De Standaard 4 maart).

Zeepbel in overheidsobligaties

Alsof centrale bankiers groei kunnen plannen. Met hun lage rentes schuiven ze de problemen gewoon tijdelijk voor ons uit. Wie vandaag wat minder spaart en wat meer geld uitgeeft, doet niets anders dan vandaag al consumeren wat hij eigenlijk in de toekomst wilde uitgeven. Leven op krediet, waarbij we dus niet meer, maar gewoon vroeger uitgeven. Zo delven we een schuldenput om een andere put te vullen. Elke keer opnieuw.

Ondertussen loopt de publieke en private schuld in de Oeso-club op tot 265 procent van het BBP, nog 35 procent meer dan het vorige record in 2007. Ook in België is de schuldgraad van de gezinnen hoger dan ooit. Als schulden maken het gouden ei was om een economie te laten groeien, dan zouden we de armoede toch al lang uit de wereld moeten hebben geholpen? Maar het heeft dus niet gewerkt.

Intussen moet elke spaarder belegger worden. Door de omlaag gemanipuleerde rentes worden zij daarbij verleid om verkeerde investeringsbeslissingen te nemen, denk aan de dotcom-zeepbel eind de jaren 90 of de verschillende vastgoedzeepbellen in de jaren 2000. Vandaag lijkt een zeepbel in overheidsobligaties in de maak. De interesten die de eurolanden moeten betalen zijn namelijk nog nooit zo laag geweest, ondanks de precaire begrotingssituatie en de hoge schuldratio waar veel landen nog steeds mee worstelen.

Nepgroei. Dat is de groei die voortkomt uit de artificiële renteverlagingen van de centrale bankiers. Groei op de pof. Duurzame groei volgt uit sparen, investeren, werken en ondernemen. Consumeren is de laatste stap van deze welvaartscreatie. Hoe kunnen we opnieuw produceren? Dat moet de centrale vraag zijn. Wel, om te beginnen moet de overheid niet meer geld uitgeven maar eerder krimpen zodat privé-initiatief weer zuurstof krijgt. Publieke en private schulden bouwen we beter af. Dereguleer en kies structurele hervormingen om onze arbeids- en productmarkten flexibeler te maken. En we kijken best ook eens hoe we ons financieel systeem beter kunnen laten werken. Of laten we Draghi verder spelen met onze toekomst?

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is