U bent hier
Is Juncker te vertrouwen?
Jean-Claude Juncker is pas 24 dagen voorzitter van de Europese Commissie. Vandaag krijgt hij al een motie van wantrouwen voorgeschoteld in het Europees Parlement. De politieke bom rond de zogenaamde Luxleaks - de gelekte Luxemburgse belastingdeals - heeft hij duidelijk nog niet kunnen ontmantelen.
De motie van wantrouwen maakt geen schijn van kans, maar de roep om snel 'iets te doen' klinkt luid. Bij het eerste debat over de Luxleaks, twee weken geleden in het Europees Parlement, zag Juncker de oplossing in 'meer Europa'. En ook de linkerzijde gebruikt de heisa om de fiscale concurrentie tussen de lidstaten in vraag te stellen. Remedies die erger zouden zijn dan de kwaal.
Grondig en doordacht optreden is nodig, want anders riskeren we gewone burgers en bonafide bedrijven met de rekening op te zadelen, terwijl zij nu al te hoge belastingen betalen.
Gedeelde verantwoordelijkheid
Het is onethisch dat lidstaten schimmige belastingdeals sluiten met postbusbedrijven die er geen reële economische activiteit uitoefenen, enkel om multinationals de mogelijkheid te geven weinig tot geen belastingen te betalen. Als we de belastingdruk voor iedereen willen laten dalen, moeten we ervoor zorgen dat iedereen zijn eerlijk deel betaalt. En dan moeten we er ook voor zorgen dat bedrijven belastingen betalen in het land waar ze effectief actief zijn.
De EU heeft vandaag al de exclusieve bevoegdheid over het mededingingsbeleid en de controle op staatssteun, maar presteert op dit vlak ondermaats. De bevoegde ambtenarij is compleet onderbemand, terwijl er op andere diensten van de Europese Commissie ambtenaren met hun vingers zitten te draaien. Nieuwe Europese bevoegdheden zijn dus niet nodig; het volstaat dat de EU haar verantwoordelijkheid opneemt. Mededingingsbeleid is een kerntaak van de EU en verdient absolute prioriteit.
De EU en de individuele lidstaten moeten ook transparantie garanderen. Want duistere deals kunnen geen zonlicht verdragen. Samenwerking tussen de fiscale diensten helpt bijvoorbeeld om fiscale fraude te bestrijden. Enkele weken terug ondertekende minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) net daarom in Berlijn een nieuw verdrag over automatische fiscale gegevensuitwisseling, samen met 50 andere landen. En vandaar ook dient de ECR-fractie in het Europees Parlement, waartoe ook de N-VA behoort, een resolutie in om volledige openheid te eisen vanuit Luxemburg.
Het beste medicijn tegen fiscale fraude blijft echter een eenvoudige en slanke fiscaliteit. Door het belastingstelsel te vereenvoudigen, kunnen de lidstaten belastingen correcter en meer rechtvaardig innen.
Naast de EU en de lidstaten, hebben burgers en bedrijven de morele plicht om eerlijk hun belastingen te betalen. Bovendien moeten ze daar door de samenleving op worden aangesproken. Een mooi voorbeeld zagen we enkele jaren terug in het Verenigd Koninkrijk. Toen Starbucks belastingen bleek te ontduiken, barstte protest bij de klanten los, waarna de Amerikaanse koffieketen overstag ging en aan hun eisen tegemoet kwam.
Eenheidsworst of streekproduct?
Moeten we nog een stap verder gaan en elke fiscale concurrentie tussen lidstaten onmogelijk maken? Moeten we kiezen voor Europese gelijkheid in plaats van diversiteit?
De EU is vandaag niet bevoegd voor de fiscaliteit, en daar zijn goede redenen voor. Enkel in de nationale democratieën is de solidariteit tussen de burgers voldoende groot, is de herkenbaarheid met het bestuur voldoende sterk, om beslissingen over belastingen te aanvaarden. Op dat niveau wordt nu al te snel gekozen om te belasten en niet te besparen. Extra, Europese lasten zouden de belastingdruk nog verhogen en de broze legitimiteit van de EU verder aantasten. Binnen deze context kunnen gerechtvaardigde solidariteitsmechanismen overigens blijven bestaan.
In een openmarkteconomie is concurrentie bovendien een vaste waarde. Tussen bedrijven, maar ook tussen landen. Eerlijke fiscale concurrentie helpt om bedrijven aan te trekken die op hun beurt werkgelegenheid creëren. Onze economische groei is er sterk van afhankelijk. Competitie maakt het ook mogelijk dat lidstaten van elkaar leren. Een correcte concurrentie leidt zo eerder naar een 'race to the top' en niet 'to the bottom'. We krijgen een efficiëntere overheid voor een lagere prijs, meer innovatie en meer jobs.
Door de competitie volwassen en rechtvaardig aan te gaan, blijven onze lidstaten scherp ten opzichte van elkaar en met de rest van de wereld. Een verregaande harmonisatie op Europees niveau zou een slaappil betekenen voor de lidstaten, een enkel ritje richting het Bokrijk van de wereld. Harmonisatie binnen de EU zou ook niet volstaan. Dan stroomt het geld naar andere landen zoals Zwitserland, en kiezen we er niet voor om versterkt de strijd aan te gaan, maar om eenzijdig te ontwapenen.
Kan Juncker vandaag zijn zitje houden? Dat kan enkel wanneer hij het voortouw neemt tegen belastingfraude en deloyale concurrentie, en hij een objectief onderzoek garandeert naar de Luxleaks dat bovendien snel wordt afgerond. Wanneer daaruit zou blijken dat hij als premier van Luxemburg onwettige daden zou hebben gesteld, dan wordt zijn positie onhoudbaar. Enkel zo kunnen we de geloofwaardigheid van de EU veilig stellen.