U bent hier
Geld moet rollen of laten wij ons rollen?
De Europese Raad van regeringsleiders legt de laatste hand aan het 'Juncker plan'. Een belangrijk investeringsproject voor Europa. Dinsdag lichtte de voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker de grote lijnen van zijn beleid toe in het Europees Parlement. Zo wil hij meer dan 300 miljard euro extra investeren over de komende drie jaar. Sommige lidstaten staan nu reeds te springen om die middelen budgettair in te plannen. Rekenen zij zich niet rijk?
Investeren of hervormen?
Sinds de eurocrisis liggen investeringen in de EU gemiddeld een paar procent lager dan in normale economische omstandigheden. Ook in België blijven investeringen uit, ondanks de lage rentevoet. Dan moet de overheid maar geld op tafel leggen, luidt het al te vaak. Massieve publieke investeringen blijken in de praktijk echter geen groei te creëren, tenzij van schulden en tekorten. Bovendien is het geld er niet. De federale regering zet eindelijk de tering naar de nering en ook de Vlaamse Regering zit krap bij kas door de zesde staatshervorming.
Om het economisch herstel eindelijk van de grond te zien komen, is er maar één optie: het vertrouwen van burgers, investeerders en ondernemers herwinnen. De begrotingsinspanningen volhouden, structurele hervormingen doorvoeren en ondernemers laten ondernemen, is de boodschap. Zo krijgen we economische groei en komen er middelen vrij om nuttig te investeren. En dit zonder tekorten en schulden te laten toenemen, zonder belastingen te verhogen.
Europese investeringen zullen die nationale inspanningen niet overbodig maken. Integendeel. Europees investeren zonder nationaal te hervormen, zal het vertrouwen niet herstellen. Dan kunnen we die 300 miljard euro evengoed de goot in gieten. En dus is het onbetamelijk dat slechts 10 procent van de Europese aanbevelingen voor economisch herstel volledig worden doorgevoerd, en in 45 procent van de gevallen geen of nauwelijks vooruitgang is geboekt.
Slapend geld wakker maken
Geld is er genoeg op de private markt. Alleen bereikt het niet altijd onze ondernemingen en kmo's. Grote onzekerheid over de economische toekomst maakt dat investeerders weinig risico's willen nemen. Waarom investeren wanneer het onzeker is dat de volledige loonkost zal worden aangepakt, dat de vergrijzingskosten onder controle zijn en dat de hervormingen niet zullen worden teruggedraaid na aanhoudend sociaal protest?
Juncker wil risico's temperen om investeringen te stimuleren. Door Europese garanties te geven aan private investeerders moet het Europees Fonds voor Strategische investeringen (EFSI) 21 miljard euro overheidsmiddelen omtoveren tot meer dan 300 miljard euro. ‘Slapend’ privaat geld dat terug de economie wordt ingejaagd.
Kop of munt met uw belastinggeld
De overheid is geen casino. Bestuurders horen niet te gokken met uw belastinggeld. Nu leeft de indruk dat Juncker een euro de lucht ingooit. ‘Kop’ betekent dat private investeerders met de winsten kunnen gaan lopen; ‘munt’ dat de belastingbetaler opdraait voor het risico en mogelijk verlies. Het risico dat het fonds dat binnen de Europese Investeringsbank zal worden opgericht, zijn middelen kan verliezen, verdient een grondige evaluatie.
Is Juncker dan helemaal niet te betrouwen? Dat oordeel komt te vroeg. Zijn plan kan een duwtje in de rug betekenen, wanneer tegelijk de nodige structurele hervormingen worden doorgevoerd en het vertrouwen wordt hersteld. Net daarom is het goed dat het plan meer algemeen focust op een verbeterd investeringsklimaat. De Interne markt verder uitdiepen, minder bureaucratie - bijvoorbeeld in de digitale markt - en overbodige regulering schrappen, kan ook nieuwe investeringen aantrekken.
Daarbij zullen we er vooral over moeten waken dat investeringsprojecten onafhankelijk worden geselecteerd. Op basis van economisch verantwoorde criteria; niet in politieke achterkamertjes. Verspilling en verliezen vermijden we door de meest efficiënte projecten te kiezen op basis van hun toegevoegde waarde en hun impact op economisch herstel.
Maar verwacht geen wonderen van de EU. De sleutel voor een gezond investeringsklimaat ligt in de eerste plaats ook bij de lidstaten. Zij moeten structureel hervormen om vertrouwen op te bouwen. Tegelijk waken wij erover dat de winsten niet worden geprivatiseerd, terwijl de verliezen worden gesocialiseerd.