U bent hier
Er komt een budgettaire ramp op ons af. Maar wat dóét de regering?
"Had de regering-De Croo niet als motto dat ze zou luisteren naar experts?", vraagt Kamerlid Sander Loones zich af in De Morgen.
Wanneer onverwachts crisissen uitbreken, kijkt iedereen naar de overheid. Om ons te beschermen zoals tijdens de Covid-19-pandemie, de oorlog in Oekraïne, natuurrampen. Net daarom verwachten we van een overheid ook dat ze vooruitkijkt. Dat ze zich voorbereidt op crisissen die in de toekomst waarschijnlijk zijn, door te investeren in veiligheid, het aanleggen van strategische medische voorraden, het versterken van dijken. Maar wat als de overheid zélf de oorzaak is van een crisis?
Net dat is wat we vandaag in België zien. Er komt een budgettaire ramp op ons af, dat weten we allemaal. Het is geen ramp die ons plots zal overkomen, maar een die al jaren wordt aangekondigd en die de Belgische overheid bovendien zelf heeft uitgelokt. Door te veel geld uit te geven, de belastingen niet te hervormen, en de schulden niet onder controle te brengen.
Is alle hoop verloren? Neen, maar dan zullen de Belgische ministers moeten stoppen om genoegen te nemen met het hoogst haalbare politieke compromis, en eindelijk moeten beslissen wat echt noodzakelijk is. Het vraagt om een hernieuwde ministeriële deontologie. Het inzicht bij regeringsleden dat zij als eerste plicht hebben: regeren, beslissingen nemen, hervormen.
Neem nu de vernietigende analyse die de Europese Commissie maakte van de Belgische begroting. Dan zou je toch verwachten dat de regering in actie schiet? Dat de staatssecretaris van Begroting haar collega’s onmiddellijk op het matje roept? Dat de premier stopt met de miserie weg te relativeren? Niets van dit alles. Staatssecretaris Bertrand reageerde zelfs letterlijk dat er van de regering-De Croo niets meer verwacht moet worden. De komende zeven maanden zal er helemaal niets gebeuren, terwijl er het laatste jaar ook al niets werd hervormd. Minister zijn komt niet enkel met een mooi visitekaartje en een dikke pree, ook met een opdracht en een takenpakket.
Wat er moet gebeuren, is nochtans duidelijk. Alle begrotingsexperts zijn het daarover eens. België moet de overheidsuitgaven eindelijk aanpakken, het belastingsysteem hervormen, de budgettaire houdbaarheid van de geneeskundige zorg waarborgen, het systeem van belastingen en sociale bijdragen vereenvoudigen, de schuld geloofwaardig verminderen. Vooral federale uitdagingen, dus.
Hoe dat moet gebeuren, ook dat is uitgewerkt. Het wordt zelfs letterlijk beschreven in de aanbevelingen die de Europese Commissie elk jaar formuleert, maar die door de regering-De Croo voor 80 procent worden genegeerd. Had de regering-De Croo niet als motto dat ze zou luisteren naar experts? Waarom geldt dat dan niet voor de begrotingsexperts van het IMF, de Europese Commissie, de Nationale Bank, de Hoge Raad voor Financiën, het Planbureau, het Rekenhof?
Ministers die ernstig besturen en die de waarschuwingen van experts serieus nemen, het is noodzakelijk maar niet genoeg. Ook dat inzicht zal eindelijk moeten doordringen, willen we het induiken van de dieperik vermijden. Wie structureel wil veranderen, moet eerst de structuren veranderen. Of is er iemand die gelooft dat Waalse politici plots wel zullen willen ingrijpen in de sociale zekerheid, plots wel zullen kiezen voor een forse arbeidsmarkt- en pensioenhervorming, plots wel zullen willen besparen? Toch is er geen alternatief. De deelstaten zullen mee verantwoordelijkheid moeten nemen voor de diepe putten. En zij zullen dat enkel doen wanneer we hen die verantwoordelijkheid institutioneel ook opleggen.
We kunnen dit, andere landen bewijzen het. Maar dan zullen we dus moeten doorpakken, met verantwoordelijke ministers, respect voor specialisten en een efficiëntere staatsstructuur. Zo kunnen we weer aansluiten bij het Europese peloton. Waar de staatsschuld gemiddeld daalt, de overheidsuitgaven lager zijn en je zowat overal minder belastingen betaalt. En waar het begrotingstekort in de eurozone gemiddeld wordt afgebouwd tot 2,7 procent in 2025, terwijl het in België nu dreigt op te lopen tot minstens 8 procent van het bbp, mogelijk zelfs meer dan 10 procent volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing.
Als er nu niet wordt ingegrepen, weten we wat er op ons afkomt: een ramp. Eentje die de Belgische politiek bovendien zelf heeft uitgelokt.