U bent hier
Een crisis los je niet op door geld te printen

‘Super Mario’ Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), werd enkele jaren geleden als de redder van de eurozone bejubeld. Dat enthousiasme is gaan liggen nu de Europese economie ter plaatste trappelt. Daarom wil Draghi de ECB massaal geld laten drukken om overheidsobligaties op te kopen. Een experiment met meer risico’s dan voordelen.
De Verenigde Staten gebruiken de ‘kwantitatieve geldverruiming’ of quantitative easing (QE) sinds 2009. De centrale bank creëerde er miljarden dollars uit het niets en kocht daarmee obligaties op. Zo krijgen commerciële financiële instellingen extra liquiditeit, waarmee ze meer leningen kunnen uitschrijven. Ondertussen kent de Amerikaanse economie een groeiritme waar we in de EU enkel van kunnen dromen, de werkloosheid daalt er, het begrotingstekort verkleint en het inkomen van de Amerikanen stijgt. Al is het maar de vraag of die door schulden gefinancierde groei duurzaam is.
De Europese economie is de Amerikaanse niet. Bovendien is ‘Europa’ geen land. De Amerikaanse centrale bank kocht obligaties van de federale overheid, niet van Californië of Texas. Bij ons kan de ECB alleen maar staatspapier van de Franse, Italiaanse of Duitse overheid opkopen. Zo komt de Duitse belastingbetaler garant te staan voor Italiaanse schulden. De invoering van eurobonds via de achterdeur dus. Geen wonder dat de voorzitters van de Duitse en de Nederlandse centrale bank op de rem gaan staan.
En zij zijn niet alleen. Uit een rondvraag van Financial Times blijkt dat veel economen het stimulerende effect van QE ter discussie stellen. De ECB heeft geld lenen zo goed als gratis gemaakt en toch zien we nog steeds geen economisch herstel. Zijn nog meer monetaire stimuli, nu zelfs mét QE, dan de oplossing?
Vertrouwen
Het probleem is niet dat er te weinig geld op de markt is, het probleem is dat private investeerders geen vertrouwen hebben in de Europese economie. Voor de eurozone lijkt QE het zoveelste koortswerend middeltje dat enkel focust op de symptomen van de ziekte. Maar baat het niet, dan schaadt het wel.
De interventies van de ECB nemen de druk weg om broodnodige hervormingen door te voeren en budgettair orde op zaken te stellen. Japan, onder leiding van premier Shinzo Abe, zocht de voorbije jaren met zijn Abenomics zijn toevlucht tot QE in het kwadraat. In principe kende zijn beleid drie pijlers: kwantitatieve geldverruiming, fiscale stimuli en structurele hervormingen. Van die laatste pijler is nog maar weinig in huis gekomen en de eerste twee veroorzaakten hogere tekorten, nog meer schulden en een zoveelste recessie. Is dat de richting die we willen uitgaan?
Wanneer we in de toekomst weer willen groeien, hebben we geen keuze: hervormen is de enige optie. De loonkosten verlagen zodat meer mensen aan de slag kunnen en de arbeidsmarkt flexibeler maken zodat laaggeschoolden sneller een job aangeboden krijgen. Het pensioensysteem en de sociale zekerheid hervormen zodat de betaalbaarheid op lange termijn verzekerd wordt en de overheid efficiënter maken zodat belastingen en schulden naar beneden kunnen.
Geen wondermiddelen
De inspanningen van de federale regering zijn het begin van deze lange weg. Sommige landen van de eurozone hebben die hervormingen al grotendeels achter de rug. Andere zijn op de goede weg. Op het einde liggen economische groei, jobs, een betere arbeidsmarkt en een verzekerde sociale zekerheid te wachten. Dat het werkt, zien we bij onze Duitse oosterbuur. In 2003 was het land de zieke man van Europa, vandaag de economische sterkhouder.
Nieuwjaarstijden nodigen uit om te dromen, maar wondermiddelen bestaan niet. De sleutel voor groei ligt bij het standvastig doorvoeren van hervormingen. De lage olieprijs, de dalende euro en de Amerikaanse groei bieden bovendien reële opportuniteiten. Draghi’s voorstel om in de eurozone over te gaan tot QE zou net zorgen voor meer schulden en minder hervormingen. Een crisis los je niet op door geld te printen.