U bent hier
Blauwe cluster voorgesteld
Op woensdag 30 november werd de blauwe cluster voorgesteld op de Pier van Blankenberge (http://fabriekenvoordetoekomst.be/voorstelling-blauwe-cluster). Ik werd er ook uitgenodigd te speechen. U kan mijn toespraak hieronder nalezen.
Van het lanceringsevent maakte Focus-WTV volgende reportage: http://www.focus-wtv.be/nieuws/blauwe-cluster-pleit-voor-eilandengroep-voor-kust?utm_medium=Email&utm_campaign=Newsletter-Focus&utm_source=Newsletter-30%2F11%2F2016
Geachte aanwezigen,
Eerst en bovenal: bedank Mijnheer Pauli en uw team. Bedankt voor de uitnodiging en gefeliciteerd met de organisatie van dit evenement. De ‘Blauwe Cluster’ voorgesteld hier, op deze iconische plaats: de pier van Blankenberge.
Ik ben altijd gecharmeerd door mensen die gedreven zijn, die gaan voor innovatie. En ik ben dus ook bijzonder gecharmeerd door jullie stuwkracht. Niet in het minst ook omdat het over onze Noordzee gaat.
Dames en heren,
Ik ben niet alleen Europees parlementslid, vandaag ben ik bovenal West-Vlaming en Kustbewoner. Ik ben geboren en getogen in Koksijde - Oostduinkerke, een kind van de zee dus.
Wie aan de zee woont, wie hier op vakantie komt, wie hier komt werken, die weet welke aantrekkingskracht de zee uitoefent. Wie de zee lief heeft, kijkt ook met een open blik naar de wereld. Havens en kustgemeenschappen zijn traditioneel centra voor nieuwe ideeën, voor innovatie. En dat voel je hier ook. Vandaag.
Nog veel te weinig mensen staan stil bij het enorme potentieel van onze zee. De zee, die biedt een Zee aan mogelijkheden, aan kansen. Het is niet alleen een plaats van ontspanning, de zee is bovenal ook een motor van economische bedrijvigheid. De zee biedt kansen bijvoorbeeld voor die blauwe economie. We zien de opportuniteiten voor ons uitdrijven, het is tijd om ze op te vissen. Zo kunnen we onze provincie West-Vlaanderen nog meer op de kaart zetten.
Maar we moeten dat op een slimme manier doen. Het is tijd om juist te investeren, tijd om de juiste onderzoeksprojecten op te zetten, tijd om dat onaangebroken potentieel om te zetten in banen en in economische groei. Tegelijk moeten we daarbij aandacht hebben voor de biodiversiteit, voor de bescherming van het mariene milieu, voor een gezond en weerbaar ecosysteem. En dan zullen we de kansen kunnen grijpen, op het vlak van voedselbevoorrading, goederentransport, het winnen van energie, biotechnologie. En zullen we ons beter kunnen beveiligen tegen overstromingen.
Tegelijk overstijgt dit Vlaanderen, overstijgt dit onze Noordzee. Dit is een Europees verhaal. Europa heeft een ongeëvenaarde maritieme traditie. Van de zilveren vloot tot Columbus en Mercator. Van de vikingen, over de IJslandvaarders, tot onze garnaalvissers. Als Oostduinkerkenaar, kan ik niet anders dan onze garnalen vermelden. De Zee zit in ons bloed. We moeten hierop verder bouwen.
Wat we hier vandaag bespreken, moeten we kaderen binnen die grotere Europese strategie. Een strategie die de zeeën erkent voor wat ze zijn: motoren van groei, bron van innovatie ook. Daarover bestaat geen twijfel. Maar we moeten eerlijk zijn. Vandaag zitten we niet in de Europese kopgroep. We lopen achterop. Verschillende Europese landen hebben zich al verenigd om de blauwe economie te ontwikkelen. In Nederland en Duitsland bijvoorbeeld, lopen ze voor ons uit. Het moet onze ambitie zijn aansluiting te vinden bij die kopgroep. De oprichting van een stevig onderbouwde Blauwe Cluster is daarbij een belangrijke stap.
Op Europees niveau heb je geen aparte, specifieke Europese Commissaris voor de blauwe economie, in tegenstelling tot bijvoorbeeld landbouw of transport. Dat zegt iets, maar dat zegt niet alles. De Europese Unie verdiept zich wel degelijk in het thema, in de blauwe groei, in de blauwe economie. Daarbij gaat het om een verhaal dat in vele vakjes past: van energie, over maritieme zaken tot milieu.
Vorig jaar stemde het Europees parlement (Ik weet niet of de staatssecretaris toen nog bij ons in het parlement zat?) bijvoorbeeld over een rapport met als kernboodschap: hoe kunnen we het enorme potentieel van onze zee ontwikkelen? En dan ging het over innovatie, over werkgelegenheid, welvaart en duurzame ontwikkeling. Tegelijk benadrukte het Europees Parlement dat blauwe groei en ecologie hand in hand moeten gaan. Die complementariteit, die dubbele focus, merk je trouwens in alles: blauwe economie én ecologie.
Want laat ons eerlijk zijn: als we de zee willen herlanceren als productiesysteem, zullen we er met meer respect mee om moeten gaan. Zeker wanneer je ziet dat de biodiversiteit de laatste eeuw dramatisch is gedaald. Waarom behandelen we de ecologische problemen op zee niet als een gemeenschappelijke uitdaging, bijvoorbeeld? Een economische opportuniteit ook.
De Europese Commissie steunt de Europese lidstaten en de regio’s alvast in het ontwikkelen van hun blauwe economie. In het parlementair rapport van vorig jaar worden 5 sectoren naar voor geschoven waar er de komende jaren moet worden op ingezet: aquacultuur, mineralen, hernieuwbare energie, biotechnologie en toerisme. De thema’s die ook jullie aanbelangen.
Toerisme op en rond de zee is momenteel goed voor meer dan 3 miljoen werknemers in de Europese Unie. De blauwe economie zou goed zijn voor 3 tot 5% van het Europese bbp. Ze levert een bijdrage van bijna 500 miljard euro aan de Europese economie. En ze is goed voor zo’n 5,6 miljoen jobs.
De blauwe economie levert dus al enorm veel jobs, maar het kan nog beter. Het moet nog beter. Helaas stellen we vast dat meer dan 20 miljoen Europeanen geen job hebben, tegelijkertijd raken veel jobs in de blauwe economie niet ingevuld. Hoe kunnen we jongeren voorbereiden op de banen van de toekomst? Zowel in bestaande als in nieuwe maritieme sectoren.
De juiste opleiding en het ontwikkelen van de juiste skills om de job te krijgen. We hebben er nood aan, zeker ook hier in West-Vlaanderen. Ook daarvoor kunnen we een stuk naar Europa kijken voor steun. Het is trouwens een eerste speerpunt voor de Europese Unie op vlak van de blauwe groei. Erasmus+ projecten kunnen gebruikt worden om een specifieke masteropleiding op te zetten rond bijvoorbeeld aquacultuur. Ik ben alvast erg blij dat Vlaanderen erin slaagt om jonge mensen aan te trekken voor uw sector.
Maar nog steeds maken we veel te weinig gebruik van de mogelijkheden die Europa biedt. Zoekt u steun voor blauwe groei? Er zijn verschillende subsidie- en investeringskanalen die die steun kunnen bieden. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan Horizon 2020, het Europees programma voor onderzoek en innovatie. Dat is ook het tweede speerpunt van de Europese Unie. Dat onderzoek; onderzoek dat gepaard met meer investeringen.
Vorig jaar bracht ik een bezoek aan de Universiteit van Gent, daar hebben ze meerdere Europese projecten lopen rond de blauwe economie. De universiteiten en onderzoeksinstellingen hebben de weg gevonden naar Europa. Helaas blijven de bedrijven achterop. Deels doordat er te weinig informatie is, of te weinig transparante informatie. Maar ook door de zware administratieve lasten die gepaard gaan met zo’n project en die niet gedragen kunnen worden door kleinere, innovatieve KMO’s. We moeten erin slagen om die Europese steun voor een bredere groep van ondernemingen toegankelijk te maken.
En dan gaat het natuurlijk ook over centen. Er zijn grenzen aan alles natuurlijk, het Europese budget is niet onbeperkt. De lidstaten zullen ook hun deel moeten blijven doen. De tendens is echter verontrustend: lidstaten besparen op onderzoek. Gelukkig is Vlaanderen daarop een uitzondering.
En we moeten daarop blijven inzetten. Zoals in elke sector wordt de internationale concurrentie namelijk heviger met de dag. Daarom moeten we zoeken naar synergiën. Hoe kunnen we samenwerken? Tussen regio’s, lidstaten en op Europees niveau.
Europa is dus duidelijk maar één schakel in de ontwikkeling van de blauwe economie. Een erg belangrijke schakel wel. Maar er is meer. Ik wil graag even met jullie stilstaan bij onze kustbescherming en bij de kunstmatige eilanden die voor onze kost moeten worden aangelegd.
Politici krijgen vaak het verwijt dat ze ‘geen langetermijnvisie’ hebben. Welnu, op het vlak van kustbescherming hebben we die wél. We kijken vooruit naar 2050 en naar 2100. Op dat moment gaan mijn toekomstige klein-kinderen wellicht net op pensioen, wonen ze hopelijk nog altijd aan zee, en hebben ze hopelijk nog altijd droge voetjes.
Daar probeert Vlaanderen alvast voor te zorgen. We investeren al jaren om de Kust veilig te stellen, zeer letterlijk, tot het jaar 2050. Hoe wapenen we ons tegen superstormen? En tegen de stijgende zeespiegel? We vertrekken daarbij vanuit een stijging van de zeespiegel met 60 tot 80cm.
Onze minister Ben Weyts en de ganse Vlaamse regering investeren alvast. We verbreden de stranden, verhogen de dijken, bouwen stormvloedkeringen. Tot 2050 zouden we veilig moeten zitten.
Maar we moeten ook verder kijken. En dat doet Vlaanderen ook, samen met het federale niveau. Onze blik staat op het jaar 2100. Wat doen we wanneer de zeespiegel met méér dan 80cm zou stijgen? Dan krijgen we een nog grotere kans op overstromingsgevaar en zware schade.
Investeringen dus, maar ook economische kansen. Want kustbescherming is de motor tot transformatie. Transformatie van de lokale en de regionale economie. En we hebben intussen al vanalles op de sporen gezet.
De ‘Vlaamse Baaien’ bijvoorbeeld. Wetenschappers werken er al jaren aan. Hun onderzoek wijst nu duidelijk in één richting: de zee. We moeten ook bouwen op zee. Vandaag is onze eerste verdedigingslinie tegen het water: de kust. Wel die verdedigingslinie zal niet standhouden, ze zal niet volstaan. We mogen de kust nog zoveel versterken als we willen.
Op langere termijn moeten we ook investeren in een vooruitgeschoven verdedigingslinie. We moeten echt een dam opwerpen op zee, in de zee. Het is iets wat we moeten doen, maar het creëert tegelijk kansen. Maar dan moeten we er ook mee starten. We hebben een pilooteiland nodig, en snel. Om onze theoretische modellen uit te kunnen testen.
Vlaanderen wil zo’n pilooteiland voor Knokke-Heist. 40 hectare groot, een goede kilometer in zee. Wat zal het effect zijn op de golven? Kunnen we zo de getijstroming beïnvloeden? Hoe zit het met de natuurontwikkeling? En met de impact op toerisme en recreatie? Dat moeten we kunnen testen.
En ja, kunstmatige eilanden kosten geld. Vlaanderen maakt alvast 8 miljoen euro vrij voor verder studiewerk, zodat we na 2020 kunnen starten. Dit kost niet alleen geld. Op lange termijn levert het ook veel geld op. We vermijden dure waterschade. We maken binnenscheepvaart via zee mogelijk.
Dames en heren,
Bij dit alles kan de overheid, moet de overheid een rol opnemen. Innovatie komt er niet zomaar. Denk maar aan de problemen rond financiering, reglementitis, vergunningen,… Ik denk dat onze regeringen zich moeten focussen op 3 zaken.
Eerst en vooral
1. SAMENWERKING
Voor zo’n project zijn er veel betrokken partijen. We willen ze allemaal aan boord halen. Er komt een Technische Commissie Kust om alle betrokken bestuursniveaus te verzamelen. Er komt ook een Projectteam met betrokken ambtenaren. Er komt een Stakeholdersplatform Vlaamse Baaien waarin iedereen een rol kan spelen die ook maar een iets met onze kust te maken heeft.
Er is ook de samenwerking tussen Vlaanderen en de federale regering. Bouwen op zee betekent dat we niet bouwen op Vlaamse grond, maar op federale grond. Helaas is dat nu nog zo, zou ik zo zeggen… Intussen moeten we samenwerken, en we doen dat ook. Samen met de federale regering willen we investeren in die uitgebreide kustverdediging en samen kijken we ook naar dat Marien Ruimtelijk Plan.
Bij dit alles kan natuurlijk ook het belang van de private sector onmogelijk worden onderschat. En nu kom ik tot de kern van de zaak.
We hebben geluk. Vlaanderen heeft wereldspelers op het gebied van waterbouw, we hebben wereldspelers voor het opzetten van offshore installaties. En ik heb het niet enkel over de grootste bedrijven, maar ook over die vele innovatieve kmo’s.
Straks worden die ondernemingen ongetwijfeld vermeld en toegelicht. En dan heb ik het over getijden-energie, drijvende zonnepanelen, windmolens, aquacultuur, 3D seafarming, 5G communicatie netwerken, enzovoort…
Maar hoe brengen we die bedrijven samen? En hoe zorgen we ervoor dat ze toegang hebben tot fundamenteel en toegepast onderzoek aan universiteiten, kenniscentra en onderzoekinstellingen?
2. SPEERPUNTCLUSTERS
Een specifieke vorm van samenwerking rond innovatiesubsidies, komt er met de zogenaamde ‘speerpuntclusters’ van de Vlaamse regering. Een beperkt aantal, grootschalige, ambitieuze, strategische domeinen. Speerpuntclusters.
Ondernemingen, kennisinstellingen en de overheid moeten erin samenwerken (de zgn. triple-helix). Aanvraagdossiers zullen daarbij eerst op hun maturiteit worden onderzocht door het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen. Daarna worden ze ter beoordeling voorgelegd aan externe experten. De uiteindelijke beslissing gebeurt door het HERMES-beslissingscomité.
Dit moet allemaal nog worden opgestart. Nog veel werk op de plank dus. En daarbij zijn we ook allemaal afhankelijk van dat ruimtelijk beleid op de zee. Waarin de federale regering knopen moet doorhakken. Ik verwijs ook naar de speech van staatssecretaris Philippe De Backer.
De Vlaamse minister van wetenschapsbeleid vraagt alvast aan het het Vlaams Instituut voor Zee (VLIZ) om deze strategie ondersteunen en om actief inbreng te leveren.
3. DATA, FEITEN EN CIJFERS
Het VLIZ zal een belangrijke coördinerende en adviserende rol kunnen spelen. En dan denk ik vooral ook aan het feit dat zij erg goed geplaatst is om ervoor te zorgen dat de mariene wetenschappelijke kennis verspreid geraakt. In samenwerking met de nationale en internationale mariene onderzoeksgemeenschap. Want om een blauwe economie zuurstof te geven, hebben we toegang nodig tot kwaliteitsvolle gegevens.
Ik zei het al. Er ligt veel werk op de plank. Dat beseft iedereen. Het komt ook duidelijk naar voren in jullie visietekst.
Laat ons daarbij vooral samenwerken. Samenwerken vanonder één koepel. Samen communiceren ook vanuit die koepel. Want de luxe om onze middelen en organisaties in gespreide slagorde te laten optreden, die luxe hebben we niet. De erkenning als Vlaamse speerpuntcluster kan er ook enkel komen wanneer dit samen, vernieuwend, innovatief wordt aangepakt.
Hier zit ambitie in de zaal. Hier zit visie. Dat daagt ons uit, als beleidsmakers. En zo hoort het ook. Wat hier vandaag gebeurt, neem ik alvast mee. Als ondervoorzitter van de N-VA neem ik dit mee naar onze Vlaamse en federale regering. Als Europees parlementslid, neem ik het mee naar Europa. Als West-Vlaming, bovenal, wens ik jullie bijzonder veel succes.